21-01-2021
Volhouden in tijden van lockdown
Ik was op zoek naar een opwekkende tekst en betere tijden, ik kwam uit bij het verhaal dat ik las in het Petrus magazine van de PKN, een verhaal dat begon met een lied:
Straks bijeen, als de dreiging voorbij is.
Straks bijeen, het verdriet van de baan.
Weer bijeen, zonder afstand te houden,
opgetogen: de morgen breekt aan.
Samen zullen we danken en zingen.
Samen breken we brood, delen wijn.
Wij omhelzen elkaar weer met vrede:
een gebaar dat bijzonder zal zijn.
En we steunen elkaar en beloven,
na het leed dat we hebben doorstaan,
dat wij zien wat het nieuwe betekent
en daar zinvol mee om zullen gaan.
En ik hoop dat we zullen ervaren,
in geloof dat de liefde ons leidt:
voor elkaar en voor moeder aarde
goed te zorgen nu en altijd.
Nu maatregelen om het coronavirus in te dammen, alleen maar ingrijpender worden, wordt poëzie, het geloof of het zingen van een lied nog belangrijker. Hoe is de oorspronkelijk Noorse tekst van het lied ontstaan? Ik lees dat de tekst geschreven is door Hans-Olav Moerk. In een toelichting vertelde hij het verhaal dat hem inspireerde voor dit lied: “Bij de ramp met de veerboot Estonia in 1994, klommen twee mensen op de romp van het gekapseisde schip en ontmoetten elkaar daar. Daar maakten zij de afspraak dat, als zij het beiden zouden overleven, zij elkaar een half jaar later zouden ontmoeten in een café in Oslo. Daarna sprongen ze in het water en probeerden zwemmend zichzelf in veiligheid te brengen, terwijl er velen verdronken toen het schip uiteindelijk zonk. En zo geschiedde: een half jaar later ontmoetten zij elkaar, toen alle ellende, inclusief het verlies van geliefden, achter de rug was.”
Hetzelfde gevoel kreeg de schrijver van het lied aan het begin van de coronatijd: een onheilspellende ramp, waarvan niemand op dat moment wist hoe die zich verder zou ontwikkelen. Regeringsleiders wezen op de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Vanuit dat gevoel schreef Moerk de tekst. Hoe opgelucht zullen we wel niet zijn, als alles achter de rug is. Zoals die twee mensen in dat café in Oslo op een voorjaarsdag, een nieuwe morgen.
Het lied is niet alleen tijdgebonden aan deze coronatijd (of aan het verhaal van de Estonia). Uit de woorden spreekt een krachtige hoop, zoals we die kennen van de profetische visioenen in de Bijbel. Over een wereld waar pijn en angst en verdeeldheid voorgoed verleden tijd zijn en waarin we voor altijd op een andere manier zullen leven. Een herademing na een tijd van lijden. Een nieuw leven na de dood. In dat besef steunen we elkaar op ons levenspad, onderweg naar die wereld.’
Straks. Straks omhelzen we elkaar weer met vrede. Straks mogen we elkaar weer aanraken en gewoon een hand geven. Het omhelzen wordt in het bovenstaande lied verbonden met het delen van brood en wijn in de kerk. Het samenzijn krijgt er een nieuwe betekenis door, we zijn een gemeenschap van mensen voor het aangezicht van God. Straks gaan we samen volop zingen van verlangen en van dankbaarheid, voor alle goeds dat er zal zijn en nu al is!
Ds. J.Hilverda